Weblog The Language Lab

  • Over mest en het Engels van Nederlanders

    12 november 2009

    Righting English that’s gone Dutch behandelt typische taal- en stijlfouten van Nederlandse moedertaalsprekers in het Engels, met name van het soort dat optreedt als woorden of structuren klakkeloos worden omgezet. Denkt u in dit verband eens aan Latijnse woorden of vervoegingen: musea is gangbaar Nederlands, maar geen gangbaar Engels.  Of aan het gebruik van paragrafen en subparagrafen, waarvoor het Engels andere conventies hanteert.

    Als een spreker of schrijver een dergelijke taalzonde begaat, wordt dit interferentie genoemd. Interferentiefouten van het Nederlands in het Engels worden al zo lang en breed onderzocht dat er een naam voor verzonnen is. Dit pseudo-Engels wordt Dunglish genoemd - een horkerige, onwelriekende samentrekking van English en Dutch met een knipoog naar dung (mest). De Nederlandse term, Nederengels, ligt gemakkelijker in de mond en is intuïtiever, vinden wij, maar hierbij moet aangetekend dat Nederengels ook gebruikt wordt om overbodig Engels in het Nederlands aan te duiden. Dunglish is in wezen het steenkolenengels van de gevorderde taalgebruiker.

    lees verder

  • Het goedkope vertaalbureau: 2 voor de prijs van 1

    26 mei 2009

    Vertalen heeft af en toe iets weg van schoenen verkopen. Of van tapijthandel. Net als in die branches heeft immers in de vertaalbranche het fenomeen prijsstunter zijn intrede gedaan. De prijsstunts worden weliswaar niet in strekkende meter uitgedrukt maar in centen per woord, het principe is hetzelfde. En aangezien veel mensen vertalingen als een noodzakelijk kwaad zien ('het mot gewoon vertaald worden') doen die prijsstunters vermoedelijk nog leuke zaken ook. Twee woorden voor de prijs van één. Die verhouding klopt vrij aardig. De gerenommeerde vertaalbureaus, waar wij ons natuurlijk graag bij rekenen, rekenen om en nabij de 20 cent per woord voor een vertaling. De prijsstunters gaan akelig dicht naar die 10 cent toe. Er zijn er zelfs die eronder zitten.

    Kan dat zomaar?

    Ja, dat kan zomaar. De vertaalmarkt is een vrije, ongereguleerde markt, zoals Neelie Smit-Kroes het graag ziet. Daarbij zijn de toetredingsdrempels ook nog eens heel laag - iedere halve zool met een laptop kan binnen een dag een vertaalbureau beginnen. Op zich prachtig voor de klant want de tarieven in de vertaalsector zijn al jaren scherp en stijgen eigenlijk amper.

    lees verder

  • Het 'I always get my sin'-syndroom

    10 februari 2009

    Vermoedelijk het meest verkochte taalboek van de laatste jaren is het boekje I always get my sin van ex-Heinekenman Maarten H. Rijkens. Er schijnen meer dan 300.000 exemplaren van verkocht te zijn. Chapeau. Het boekje - hoe zal ik het diplomatiek formuleren - blinkt echter niet uit door zijn fijnzinnigheid of geestrijke vondsten. Het is een nogal flauwe verzameling steenkolenengels die aan de praktijk is ontleend. In zijn lange carrière heeft de heer Rijkens naar eigen zeggen voortdurend paraat gestaan met pen en bloknoot om de leukste verbasteringen te verzamelen. Het zou dan vooral gaan om het Engels van Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders.

    Enkele ‘geestige' observaties:

    I fock horses
    I fok paarden

    We still have to suck one lid
    We moeten nog een lid zoeken

    You are on glad ice!
    Je bent op glad ijs!

    lees verder

  • Een leven in taal

    14 oktober 2008

    Taal is de meest verfijnde vorm van gedrag die wij kennen. Bijna alles wat wij in het dagelijks leven doen - en dat geldt niet alleen voor medewerkers van een vertaalbureau - doen wij met behulp van taal. En iedereen die niet gehinderd wordt door een ernstige handicap leert zijn moerstaal spreken. Maar het wonderbaarlijkste is wel dat het verwerven van taal plaatsvindt met behulp van een instrument dat plastisch is, nl. het brein, dat zich vormt voor en door de kennis dat het vergaart. Zo leert een kind taal alsof het klokkijken leert met een horloge dat niet stil wil staan.

    Het is prachtig dat iets zo oneindig verfijnds in deze ene vorm, de gesproken taal, binnen het handbereik ligt van vrijwel ieder mens. Je hoeft maar over heel weinig intelligentie te beschikken om te leren praten. Eén trede hoger op de ladder van intelligentie en taalbeheersing en je kunt al jokken. Het belang hiervan dient niet onderschat. Want 'Everybody lies', zoals House al zegt. Leugens zijn de smeerolie van het sociale contact. En liegen doen we vooral met taal. Midas Dekkers huldigt een vergelijkbaar standpunt als hij stelt dat wanneer je iets wilt weten over de motieven van mensen, je moet beginnen met het geluid uit te zetten.

    lees verder

  • Een 5,3 voor je Frans

    12 september 2008

    Talen verhouden zich ongemakkelijk tot getallen. Dat wist u al van de Middelbare School. Kon je zomaar een 2,9 voor je Latijn krijgen of een 5,3 voor je Frans. Als je als docent natuur- of wiskunde met de pen langs een oplossing liep, en je geeft er een 6 voor, of vooruit een 7, dan accepteert de leerling dit doorgaans. Maar naast de tafel van de taaldocent staat van oudsher een stoet gemankeerde en berekenende leerlingen die over het SO-cijfer in discussie willen. Niet een 5,3 maar een 5,7 is volgens de leerling de juiste waardering van hun SO met vijf misplaatste diakritsche tekens, twee fonetische fouten en een grammaticafout, en de juf die kan niet rekenen.

    Blijkbaar ontgaat het hele volksstammen dat de bètavakken zonder morren de docent de macht geven (en terecht!) om oplossingen voor opgaven naar eigen inzien te waarderen, terwijl de taaljuf tientallen vertalingen met kwart en halve punten moet scoren.

    Taal en cijfers. Het wordt nooit wat.

    Ping Cleton

    Koen Gubbels

    lees verder

  • [1 - 5] ... [36 - 40] [41 - 45] [46 - 50] 51 - 55 [56 - 58] volgende >>>