Een 5,3 voor je Frans

Talen verhouden zich ongemakkelijk tot getallen. Dat wist u al van de Middelbare School. Kon je zomaar een 2,9 voor je Latijn krijgen of een 5,3 voor je Frans. Als je als docent natuur- of wiskunde met de pen langs een oplossing liep, en je geeft er een 6 voor, of vooruit een 7, dan accepteert de leerling dit doorgaans. Maar naast de tafel van de taaldocent staat van oudsher een stoet gemankeerde en berekenende leerlingen die over het SO-cijfer in discussie willen. Niet een 5,3 maar een 5,7 is volgens de leerling de juiste waardering van hun SO met vijf misplaatste diakritsche tekens, twee fonetische fouten en een grammaticafout, en de juf die kan niet rekenen.

Blijkbaar ontgaat het hele volksstammen dat de bètavakken zonder morren de docent de macht geven (en terecht!) om oplossingen voor opgaven naar eigen inzien te waarderen, terwijl de taaljuf tientallen vertalingen met kwart en halve punten moet scoren.

Taal en cijfers. Het wordt nooit wat.

Ping Cleton

Koen Gubbels