Algemeen

  • Het Engels rukt op

    21 november 2012

    Onlangs vertelde op zaterdagochtend op Radio 1 een gast enthousiast over zijn aanstaande gardening event. De trouwe luisteraar van de Tros Nieuwsshow weet dan dat de gast een berisping te wachten staat van presentatrice Mieke van der Weij: "Waarom moet dat toch in het Engels?" Van der Weij, van huis uit neerlandica, werpt zich geregeld op als fervent verdediger van het Nederlands.

    lees verder

  • Steenkolenengels. Een nieuwe taal? (deel 3 van 3)

    26 oktober 2012

    Hebben we niet allemaal allang de taal die we verdienen en nodig hebben? En is de neerbuigende moedertaalspreker niet gewoon een papieren tijger; een spook dat door universiteitsgangen waait, waar sneue zielen hun publicaties retour krijgen omdat hun Engels voor internationale doeleinden niet voldoet, en niemand geld wil vrijmaken voor behoorlijk redactiewerk? Ligt de oplossing voor het ‘probleem’ niet elders? Allemaal vragen die ik me de afgelopen twee weken op dit blog heb gesteld in reactie op een artikel in Onze Taal waarin werd bepleit het Steenkolenengels een officiële status te geven.

    Engels is nog steeds Engels. Een nauw aan het Nederlands verwante taal. Een taal die Nederlanders snel en goed kunnen leren. Waar bij de gevorderde gebruiker fouten ontstaan waar de talen sprekend op elkaar lijken maar de nuance het verschil maakt. Een taal die in elke standaard -Brits, Australisch, Iers of iets vergelijkbaars – geleerd kan worden om in elke omstandigheid doel te treffen. Een standaard die de voorkeur heeft boven Steenkolenengels of een nieuw internationaal Engels dat toch nauwelijks van de bekende standaarden afwijkt. Want noch in de internationale standaard noch in het Steenkolenengels bestaat een corpus aan literatuur of lesmateriaal. Ook zijn er nog geen docenten in opgeleid. Toegegeven, dat hoeft geen belemmering te vormen; die halen we gewoon van straat. Doen we met onze acteurs ook, tenslotte.

    lees verder

  • Steenkolenengels. Een nieuwe taal? (deel 2 van 3)

    19 oktober 2012

    Twaalf jaar na de uitgave van de Stijlgids Engels vroeg ik me na het lezen van een artikel in Onze Taal af:  mag de Nederlander straffeloos zijn Steenkolenengels spreken? Kan hij  zijn bescheidenheid laten varen? Mag niemand hem  meer verbeteren? En mocht men dit eerder dan wel?

    Zoals vorige week te lezen was in dit blog, bepleitte de Nederlandse hoogleraar Van Oostendorp al eerder een vrije teugel aan het Steenkolenengels. Maar als er één volkje is dat profijt zou hebben van enige zelfcensuur of correctie van buitenaf lijkt mij dat nu juist mijn eigen volk. Want de Nederlander is niet ingetogen of leergierig, beducht op schoffering en geneigd zichzelf het zwijgen op te leggen om fouten te vermijden. Ik bespeur meer onverschilligheid en zelfoverschatting dan valse schaamte. Ik zie Nederlanders die zich voor de vuist weg Engels pratend op een podium plaatsen. Want daar staan wij graag, of we wat kunnen of niet. Maar als een expert een spreker een taaladvies wilt geven, roept-ie luid: ‘Nou, maar ik doe het zó…’, en laat dit volgen door een stilte waar maar één uitdrukking in past, en wel: lekker, puh’. Kortom, om de status hoeven we het niet te doen. Daar hebben we het ook nooit voor gelaten.

    lees verder

  • Steenkolenengels. Een nieuwe taal? (deel 1 van 3)

    12 oktober 2012

    Twaalf jaar geleden kwam bij uitgeverij Kramer de Stijlgids Engels uit, werktitel: Everything you always wanted to know about English but were afraid to ask.

    De Stijlgids was de vrucht van mijn samenwerking met Daniel Carroll, destijds taaldocent Engels aan de VU. We hadden ons als doel gesteld de leergierige Nederlander die het Engels al behoorlijk beheerste met veel voorbeelden en weinig grammatica aan beter Engels te helpen. We categoriseerden zijn valkuilen met onze kromme tenen en de slappe lach als leidraad maar niet zonder empathie: we wisten hoe het voelt om te blunderen in een vreemde taal. Maar we wisten ook dat gêne niet iedere Nederlander gegeven is. En zo verdween onze werktitel als vanzelf.

    Het werd een mooi boek. Om redenen buiten onze macht kwam het nauwelijks onder de aandacht. En dat was jammer. En dat is het nog steeds, want hoewel de wereld sindsdien enig communicatiejargon rijker is, zijn het standaard Nederlands en Engels nauwelijks gewijzigd. En de typische valkuilen dus ook niet. Daarom ben ik ervan overtuigd dat de Stijlgids aan actualiteit niets heeft ingeboet. Soms kriebelt dit en wil ik dat het naslagboek bij meer liefhebbers van effectief Engels een goed thuis vindt…

    lees verder

  • Over zwaluwen en kanaries

    28 maart 2012

    Auteur:  Koen Gubbels

    Met de uitdrukking 'canary in a coalmine' wordt gerefereerd aan het waarschuwen voor naderend onheil. In vroeger tijden werden kanaries in kooitjes in kolenmijnen gehangen. De beestjes waren extreem gevoelig voor verhoogde concentraties mijngas zoals methaan of koolstofmonoxide. Stopten de kanaries met zingen dan wisten mijnwerkers dat ze gevaar liepen op vergiftiging. Tegenwoordig wordt de uitdrukking overdrachtelijk gebruikt, met name in het economisch jargon.

    De vertaalbranche heeft in mijn ogen altijd vooruit gelopen op de conjunctuur. Schiet de economie in het slop dan merken vertaalbureaus dat direct. Er worden minder contracten vertaald, minder webteksten geschreven minder handleidingen geproduceerd want minder producten geïntroduceerd. De kanarie stopt met zingen. Omgekeerd: als de economie aantrekt dan merk je dat als vertaalbureau als eerste.  Het afgelopen kwartaal was bij ons beduidend beter dan datzelfde kwartaal in 2011. Nou maakt één zwaluw nog geen zomer en ik hou massief hout bij de hand om af te kloppen, maar ik vind het een hoopgevend teken. In 2012 zou het einde der tijden immers zijn volgens de heren voorspellers en doemdenkers. Noem het wishful thinking maar het kan best dat ons vertaalbureau een omgekeerde kanarie is.

    Koen Gubbels

    lees verder

  • [1 - 5] 6 - 10 [11 - 15] volgende >>>